Op zaterdag 5 september j.l. hield schrijver, columnist en vriend Bert Wagendorp een lezing over de Westfriese Omringdijk in Eenigenburg. Bert declameerde en ik maakte deel uit van The Deurloupers die in het kleine kerkje aldaar de muzikale omlijsting verzorgden. Omdat ik de bezoekers van de DaikSait de lezing niet wil onthouden volgt hier deel 6:
De taal, het Westfries! Ik heb me daar in verdiept, omdat het niet anders kan of er bestaat een verband tussen de Westfriese Omringdijk en het binnen het dijkstelsel gesproken dialect. Als die dijk er niet was gekomen, hadden de mensen hier nu anders geklonken. De wortels van het Westfries zijn overigens ouder dan de dijk.
Luistert u even goed.
Het Westfries is vermoedelijk voortgekomen uit de groep van Noordzeegermaanse talen, ook wel de Ingveoonse taalgroep genoemd of het kustgermaans. Kenmerkend voor de ingveoonse talen zijn de nasaalsyncope met compensatierekking, palantalisatie en assibilatie van de velaire plofklanken en de deflexie in de samenvoeging van de accusatieve en datieve naamvallen tot de objectieve naamval. Het Westfries kan worden opgedeeld in het Derpers, het Mid-west-fries, het Oostelijk west-fries, het westelijk west-fries, het Enkhuizens, het Tessels, het Wierings en het Vlielands. Waarbij moet worden aangetekend dat er ook binnen de subcategoriën lokale verschillen worden waargenomen. Met het Zaans, het Waterlands en het Volendams behoort het huidige West-fries tot de oude Hollandse dialecten. Er zijn Friese invloeden. In het Enkhuizens zijn ook Saksische invloeden hoorbaar. Taalwetten zorgen ervoor dat in het Westfries een e vaak een a wordt (derde/darde), de oo vaak een eu (zoon/zeun) en dat sch verandert in sk (schitterend/skitterend).
Tot slot:
Het mooiste stuk van de dijk ligt tussen Alkmaar en Schagen. De dijk slingert zich er door het landschap. Hij ligt er hoog, ruim vijf meter boven het omringende land. Links is er land, rechts ook. De Westfriese Omringdijk is er gevangen in de klei van de Kop van Noord-Holland. Het werk zit er hier op, voor de dijk. Hij kronkelt zich langs de wielen, stille herinneringen aan watersnoodrampen. Elke slinger is een monument voor lang vergeten drama’s. Zo gaat het met het leed van de eeuwen, het loste op in het niets.
Ik heb nog één vraag. Misschien is er hier iemand die het antwoord weet. In 2011 werd er een initiatief gestart om de Westfriese Omringdijk op de werelderfgoedlijst van Unesco te krijgen. Hoe is het daarmee? De Unesco-eis voor toelating luidt dat het betreffende object ‘onvervangbaar, uniek en eigendom van de hele wereld’ moet zijn. Geen idee van wie die dijk eigenlijk is, maar onvervangbaar en uniek is hij zeker.
Ik dank u voor uw aandacht.
Bert Wagendorp