Verscholen pal achter de Omringdijk in het dijkdorp Koedijk ligt Oostwijk, een uitbreiding van het lintdorp, gebouwd vanaf de twintiger jaren van de vorige eeuw. Bijzonder aan het wijkje zijn de 38 sociale huurwoningen met eraan vastgebouwd schuren voor de opslag van kool. De woningen zijn bestemd voor de huisvesting van tuinders met kleine tuinderijen in het voormalige vaargebied Geestmerambacht. De relatief grote kavels zijn aan de achterkant ontsloten door oude ontginningssloten waarmee het gebied varend kan worden bereikt.

De klassieke koolschuren met gebroken kap bewijzen de verbondenheid van de wijk met historie van de vaartuinders in het Rijk der Duizend Eilanden. Na de Tweede Wereldoorlog veranderen de inzichten en ontstaat er door ruilverkaling een grootschalig tuinbouwgebied met rij-verbindingen, waarin niet langer plaats is voor de kleine tuinders met hun koolvletten.

De woningcorporatie zet de woningen begin twintiger jaren van deze eeuw op de nominatie voor sloop. Dit leidt echter tot veel protesten. Om het unieke karakter van het wijkje te bewaren besluit de gemeenteraad van Alkmaar het aan te wijzen als beschermd dorpsgezicht, waarmee sloop wordt voorkomen. Het wijkje ligt op de hoek van de burgemeester W. Kooimanstraat en de Schoolstraat in Koedijk.