Het is alweer 17 jaar geleden dat ik op de derde zaterdag van september met mijn fietsmaat van die dagen de bijna 140 kilometers op en langs Westfriese Omringdijk rondtourde. Het was toen het ultiem hoogtepunt van ons eerste fietsseizoen. Een jaar later herhaalden we dat met zes en weer een jaar later met 12 fietsvrienden. Er was een uitgekiende constructie nodig om in de daaropvolgende jaren het aantal deelnemers tot 25 te beperken. Het zou de spuigaten uitgelopen zijn want immers: de Dijk spreekt tot de verbeelding !
Met een gedicht bij de start, een muziekje onderweg, een Westfriese gehaktbal bij de lunch en een lokaal bier bij de finish werd het een mooie traditie die we tien jaar in stand hebben gehouden. Toen we in 2014 onze privéboekel voor de laatste keer verreden, hadden we le Champion zover gekregen om het stokje voor de massa over te nemen. (zie link ) Duizenden fietsers hebben inmiddels de Dijk der dijken op hun palmares staan. Dit jaar werd al de tiende landelijke Ronde van de Westfriese Omringdijk georganiseerd.
Natuurlijk kriebelde het bij ons de afgelopen zeven Boekelloze jaren steeds als het derde weekend van september zich aandiende. Het verlangen naar de Koers was dit jaar zelfs zo groot dat er een vijfkoppig peloton bereid en fysiek in staat was om een een halve Grôte DaikBoekel te rijden. Een Klaine Grôte Daik Boekel dus feitelijk. Een herinneringsritje. For good times sake.
Vanuit het Westen staken we via de Vlielandbrug het Noordhollands Kanaal over naar de Alkmaarse Kanaaldijk. Vandaar ging het langs Oudorp, naar Oterleek en Rustenburg. Daar bogen we af en volgden zo ongeveer de vermaledijde eeuwige grens tussen Westelijk en Oostelijk Westfriesland : de Langereis. Die doorsteek bracht ons bij Winkel, waar de dijk in onderhoud was, zodat we via een ommetje de Strook bij Kolhorn binnenliepen. Een halve DaikBoekel kun je er onmogelijk een “met ballen” noemen, dus we aten daar kroketten bij ’t Ankertje.
De sfeer was goed, het weer was goed. We reden naar Schagen en ‘en groupe’ naar Sint Maarten en verder zuidelijk over het spectaculair slingerende dijkparcours. Normaal gesproken ontspon zich op dit stuk een wilde competitie, maar omdat deze nu ontbrak was er tijd om stil te staan bij een literair monumentje: het bankje van Joost. Zo wisten we ook nu sport en cultuur weer met elkaar te verenigen.
foto 2021 ©sjaak bos Boekelrijders bestuderen het bankje van Joost
Na Krabbendam dacht een van de rijders, een nieuweling nog, de rest te verrassen met een wanhopige demarrage. Gebrek aan parcourskennis brak hem op. Hij ging veel te vroeg aan en werd snel weer opgeslokt zodat we weer netjes met zijn vijven de voormalige finish in Schoorldam bereikten. Toen was het nog een klein stukje uitbollen naar de Koedijker vlotbrug en terug naar onze startplaats.
Het was een dag waarvan de thuisblijvers ongelijk kregen. Het was prachtig septemberweer en we konden weer eventjes de jongens van de Grôte DaikBoekel zijn. Heerlijk.
Dank voor dit niets verhullende (wedstrijd)verslag. Er staat nog ergens augustus waar je denk ik september bedoeld!
Best gaan!
Je hadde gelaik Nuweling ! Ik heb het verbeterd ‘oor. Ik zel het snot nag voor de ouge had hewwe !