foto©sjaak bos 2020
De TT in Assen. Ook al ben je geen liefhebber, je kent het wel. Een interesse voor de motorsport mocht zich bij mij nooit ontwikkelen, maar laaide in de jaren 70 van de vorige eeuw toch even licht op toen er een Westfries was in een wit motorpak die vanwege grote successen bij de TT als een nationale held op een schild werd gehesen. Het duurde maar kort hoor, die interesse.
Nu, zoveel jaar later, tijdens een pandemie waarvan we nooit hadden vermoed dat die ons zou overkomen, dringt de motorsport zich ongewild opnieuw aan mij op. Het begon op zondag 9 april. Ik hield mijzelf nog netjes volgens heersende regelgeving binnen de begrenzingen van mijn achtertuin op, toen het in de lucht onheilspellend en aanhoudend ronkte alsof grote concentraties sprinkhanen zich voor de grenzen van mijn dorp aan het samentrekken waren voor een destructieve aanval. Uit het nieuws van een dag later bleek dat alle bezitters van een motor hadden afgesproken om op zondag de bollenvelden te gaan bezoeken. Langs de Zuiderdijk werden per uur ruim 200 passerende motorrijders geteld ! Overheden schrokken zich wild en de veiligheidsregio sloot meteen de dijk en andere populaire wegen af, vrezend voor het naderend paasweekend. Sindsdien lijkt het motorgeweld kwantitatief iets meer onder controle, maar de zwierige bochten in de dijk, die ons als dijkaanbidders zo beroeren, hebben ook nog altijd een onweerstaanbare aantrekkingskracht op de motorrijder.
Ik heb mij in de afgelopen weken een paar keer voor een meditatieve avondrit met de fiets gewaagd op de Westfriese Zeedijk tussen Krabbendam en Sint Maarten. Ik kan het iedereen afraden ! Ik voelde mij een onnozelaar die tijdens zo’n TT wedstrijd per abuis op de racebaan terecht was gekomen. Motoren razen je zo hard voorbij dat je stijf staat in je tuig en er angstsappen vrijkomen waar je zeemleren kruis ernstig van te lijden heeft. Veel van die motorvrienden scheppen er genoegen in om bij het passeren nog even wat gas bij te geven. Behalve van het oorverdovende lawaai schrik ik daarna van de wijze waarop zij bijna horizontaal door de bochten gaan, waarbij ik steeds als de dood ben dat er even later een beroep op mijn beperkte BHV vaardigheden zal worden gedaan als er zo eentje crasht….Aan het eind van de dijk trof ik gelukkig medestanders die vloekend en nog happend naar lucht hun beklag deden over die “klootzakken”.
Okee, die laatste kwalificatie hoor je mij niet gebruiken, maar ik vraag me wel hardop af: is het normaal dat de eeuwenoude dijk, ons rustiek landschappelijk monument, op deze brute wijze zo wordt misbruikt ? Kunnen we ook even normaal doen ? Waar is de chille motorrijder van weleer, met zijn warm ronkende knorrepot, zijn krulsnor en zachtjes wapperende helmriempjes langs zijn grijnzende hoofd ? Als alles dan nu toch online moet kan het racegebeuren toch ook wel met een koptelefoon, joystick en een beeldscherm binnen de muren van je eigen huis ?
Of kijk een filmpje :
Fijne Pinksterdagen !
Uit het hart gegrepen! Hier in het Heuvelland is het niet anders.
Hahaha, helemaal in de emmer Sjaak. Je verhaal geldt voor elke kronkelige plattelandsweg. Ook in het Groningse kunnen deze “sportievelingen” hun pk’s nauwelijks kwijt. Met hoorbare frustratie tot gevolg. Sneu hoor!