In de tweede helft van de 15e eeuw is voor het afwateren van het westelijk deel van West-Friesland (Geestmerambacht) een lang afwateringskanaal gegraven: De Langereis. Aan het noordelijk uiteinde ervan zijn toen in de Westfriese Omringdijk bij Aartswoud twee spui- en schutsluizen gebouwd die in verbinding stonden met de toenmalige Zuiderzee. Toen de Groetpolder aan de noordkant van de Omringdijk is drooggelegd, is het uitwateringskanaal verlengd naar Kolhorn. Bang voor een evt. dijkdoorbraak van de Groetpolder (en de gevolgen voor westelijk West-Friesland) werden de sluizen echter nog lange tijd in stand gehouden.
De resten van de sluizen zijn nu nog duidelijk te zien onder een brug in de Omringdijk. In de zuidelijke balustrade van deze brug zit zelfs een (zwaar beschadigde) gedenksteen uit 1859, een jaar dat de sluizen nog zijn gerestaureerd. Tussen 1895 en 1960 heeft op de plek van de sluizen ” het stoomgemaal van Aartswoud” (gesloopt in 1970) zorggedragen voor de afwatering van “de vereenigde raakmaats- en Niedorperkoggeboezem”. Om deze dubbel gedenkwaardige plek in de waterstaatkundige geschiedenis van westelijk West-Friesland voor het nageslacht te markeren is veel vergeefse moeite gedaan om de oude steen te restaureren. Uiteindelijk is wel bereikt dat er op kosten van hhnk een informatiepaneel is geplaatst aan de noordkant van de brug. (steen is te zien aan de zuidkant)
Bron: ’t Vierkant 4e jrg nr1 2004