In het bos van pleitbezorgende iconen van het Westfries erfgoed is deze zomer weer een boom gevallen. Op 18 juli overleed Joop van Diepen (77). Hij was o.a. decennialang actief bij het Westfries genootschap. Hij was een kenner van de Westfriese stolp en zette zich in voor het Westfries dialect. Hij schreef ‘stukkies’ voor het NHD en las ze bij gelegenheid voor.
Zijn bijdragen voor lokale radio en tv, waarin hij op z’n klompies ging buurten bij Westfriezen, zijn een pracht nalatenschap waar op internet nog lang van genoten kan worden :
Ik heb de immer vriendelijk ogende Joop vaak gezien, maar ik denk maar één keer gesproken. Het ging toen over het dialect. We vonden elkaar in de overtuiging dat Westfriesland geen streepje behoeft. Liever niet zelfs. Verder maakte hij de indruk van iemand die over dat dialect onwrikbare meningen had. Zijn laatste grote verdienste was dan ook niet toevallig de herziening van het Westfries woordenboek van Jan Pannekeet. Vorig jaar nog verschenen. Hij vulde het aan, maar durfde het ook te “verbeteren”. Daar was overigens niet iedereen blij mee en sommige deskundigen hebben zich ervan gedistantieerd. ( jaarboek Westfries Genootschap 2021) Joop was hoe dan ook een kenner en voorvechter van het Westfries.
Tenslotte was Joop ook nog eens een begenadigd kunstfluiter :
Tientallen mensen hebben hem met een erehaag en applaus in zijn woonplaats Oosterblokker de laatste groet gegeven. Rust zacht Joop.