Volgens een legende uit 1517 stond er in de zevende eeuw op een plek aan de Zuiderzee het kasteel van Radboud, koning der Friezen. Resten van dit kasteel zijn nooit teruggevonden, maar aan het eind van de 13e eeuw verrees wel degelijk een sterke burcht in Medemblik aan de Zuiderzee. Om controle te houden op de door hem pas onderworpen Westfriezen bouwde graaf Floris V tussen 1282 en 1288 in snel tempo een aantal zgn. dwangburchten, waarvan er zes langs de Omringdijk hebben gestaan. Kasteel Radboud is daarvan het enige bewaard gebleven exemplaar. Er zijn twee woonvleugels, een vierkante en een ronde toren intact. De omvang van de oude burcht is nog te zien op het terrein van het kasteel. Het grondplan komt in grote lijnen overeen met dat van het Muiderslot. Kasteel Radboud moet een sterke burcht geweest zijn. Het kasteel is altijd gebruikt als verdedigingswerk of als toevluchtsoord. Er heeft nooit een adellijk geslacht in gewoond.
Toen aan het eind van de 16de eeuw in Medemblik stadswallen werden aangelegd, verloor kasteel Radboud zijn functie als verdedigingswerk en raakte geleidelijk aan in verval. Het kasteel werd vervolgens gebruikt als kerk en als onderkomen van de schutterij en raakte nog meer in verval. In 1889 werd het kasteel gerestaureerd door J. van Lokhorst en P.H.J. Cuypers. Dit betekende de redding van het bijna 600-jarig kasteel. Website / Vierkant 2e jrg., nr3 2002