Hoe een dijkbankje een “Joostbankje”, een “bankje van Joost” en tenslotte een “bankje van Zwagerman” wordt, in meerdere delen.
Op 8 september 2015 maakte schrijver Joost Zwagerman een einde aan zijn leven. Hij liet daarmee veel mensen in verbijstering achter. (zie eerder blog ) In een hoekje van het NHD verscheen na een paar dagen een stukje over het bankje aan de Westfriese Omringdijk. Over de tekst die daar ‘door fans’ op zou zijn aangebracht, zou Joost hebben gezegd:
“Ik vind het heel leuk en lief. Ik ben er trots op dat mensen die moeite gedaan hebben, maar ik heb er ook spijt van dat ik er over begonnen ben. Het was iets tussen mij en de kinderen. Ik had de illusie dat ik de enige was die wist waar het zich bevond. Het kijkt uit op het oudste terpkerkje van Noord-Holland”. (Gerard van Engelen-60 seconden-10 sept. 2015)
Het bankje, verweesd, was sindsdien echt een Joost-monumentje. De eenzaamheid waarmee het zich altijd al omringde leek echter nog indringender. Het stond daar en volgde de cyclus van dag en nacht, van voorjaar, zomer, herfst en winter en dat dan weer van voor af aan. Wind, regen, vorst en zonneschijn schuurden en breekten, scheurden en bleekten. Met Joost in zijn Bergense graf, verkruimelden zijn woorden op het splijtende hout van “zijn” bankje. De betonnen staanders barstten langzaam open en toonden hun roestige bewapening. Verval. Een krachtig mooi en onvermijdelijk proces. ( zie eerder blog )
DaikSaitBlog Juni 2014 / Sjaak Bos
Ergens op de Westfriese Omringdijk staat het ‘bankje van Joost’. Een paar keer per jaar zoek ik het bankje op. Dan ga ik er op zitten. Het troont eenzaam uit boven het laaggelegen land. Het spansel is hier groots. Hier voel je de wind op je huid en ruikt er de geuren die hij meebrengt. Vaak uit zee, maar op een zonnige dag ook de geuren van gedroogd gras en vee. Je hoort de geluiden van dichtbij, en daarna van verder en verder. Als je je ogen sluit kun je kilometers ver horen, en als je ze opent zie je de heerlijke trage gang van de dingen in de polder. „Het is troostend om die kleine schakeringen op te merken. Een lammetje dat groeit. Bloemen die opengaan.” Het is een literair bankje. „De wereld moet stil en ledig zijn om een roman te kunnen schrijven.” Woorden van Joost.
Joost Zwagerman komt hier niet meer. De tijd knaagt aan het bankje. Roestig staaldraad houdt de zaak nog bij elkaar. Mijn vrees is dat er binnenkort een bijdehante ambtenaar zal zijn die een eind gaat maken aan deze boeiende openbare lijdensweg. Ik hoop echter de tand des tijds hier nog lang te mogen zien knagen. Tot er een ravage overblijft waartussen, als op het Forum Romanum, de woorden uit het verleden blijven rondspoken. De woorden van Joost.
(Wordt vervolgd als deze winter de tekst op het bankje wordt gerevitaliseerd )