Een fruitteêldersdochter van de Gouw en Daikworshipper van het eerste uur wees mij tien jaar geleden op een verwilderde appelboom die zich in de Westfriese Omringdijk had geworteld. Sindsdien heb ik hem ‘op skot’ en heeft zijn welbevinden mijn speciale aandacht. Immers, het aantal bomen op de dijk (126 km. lang) is al op een paar handen te tellen, maar eentje die eetbare waren opbrengt mag zich echt een uniek exemplaar noemen ! Soms bracht ik een maaltje mee naar huis. Soms maakte ik mij zorgen over zijn groei.

Een nieuwe wereld ging voor me open toen we in 2012 een bezoek brachten aan een open dag van de Pomologische Vereniging Noord Holland . Ooftdeskundigen wisten de dijkappel alsvolgt te specificeren:

Standplaats :

De boom staat solitair “ergens” langs de Westfriese Omringdijk en is hoogstwaarschijnlijk een zaailing. ( geen ent te zien  )

Kleur:

Voornamelijk rood maar ook met geel. Kleine streepjes/vlekjes  in de lengterichting.

 Vruchtvlees:

Wit en redelijk stevig, maar ook snel neigend tot enige meligheid. Geen bewaarappel.

Smaak:

Fris zoetzuur en vooral neutraal van smaak.

 Verwantschap:

“Summerred”

De boom is een vroegdrager. ( vanaf 1 Augustus )

Toen duidelijk was dat het om een uniek exemplaar ging durfden we de boom en de appel ook wel een unieke naam te geven. We hebben hem Reinette de la Digue genoemd. (Nederlandse roepnaam : “Dijkrenetty”, naar de klokkenluidster. )

Oogst 2018

  foto mark koeten 2018

Het is nu augustus 2018 en na een fantastische oneindig lijkende zomer gloren de dijkrenetties je weer tegemoet. Ik ontving deze week deze foto, waarop lokalen halsbrekende toeren uithalen om de appels te oogsten. Speciaal voor hen ( maar ook voor ieder ander ) herhaal ik hier graag het authentieke recept voor Appelepap, met dank aan Mevr. Z. te S. :

Appelepap

1. Je kenne de appele glimmend opwroive an je mouw en nag effies een paar dage te pronk legge, want het benne hêle mooitjes. Zô kêj-je van de roôie wankies ok nag effies skik hewwe.
2. Voordat je ze klaarmake zou ik ze onder de kraan of in een goeskemakerskompie nag een beetje ofspoele.
3. Skille is niet nôdig. Wel klokhuize d’r uithale. Snaai ze in grôte bonke.
4. Zet alles zachies op in een email skaaltje met een bodempie water. Niet glis of koil doil.
5. Dessel skuin op ’t skaaltje en zachies an de kook brenge. Leit maar effies pruttele, zeker ‘n voif menute.
6. Wat keneêl en suiker d’r over en den lekker warm opete.

Tip:    Lekker bai de Opperdoezer Ronde !

Raai nei Opperdoes, net onder Malmemelik. Deer zien je wel een bak an de poort staan weer je je Opperdoezer Ronde an de weg koupe kenne. Voifenveertigers, voiftigers ken ok.

Borstel ze skoôn. Zet ze in de skil op met water. Deuze keer wel glis. Twuntig menute an de kook leite.

Nei voiftien menute je bord op de pan zette, die wordt zo voorwarmd. Doen ’n klont boerebutter op je bord, die smelt zo uit z’n oigen en je heb doup. Haâl ’t bord erof. Dessel van de pan ‘r weer op.

Zet je bord op tafel. Leg ’n lepel met de bolle kant onder ien kant van je bord. Haâl de Rondjes uit de pan, prik ze an je vork. Haâl het skiltje d ‘r of. Ke-je-’t niet douge, houw je duim en vingers bai mekaar en bleis ‘r op. Snaai in vieren en doup in de butter. Niet prakke !

Eet alles slikvingerende op met de appelepap !