Op 14 juli wordt de derde editie van de Ronde van de Westfriese Omringdijk georganiseerd. Noem het maar de “Open Grôte DaikBoekel. Ik deed zelf mee aan de eerste en de tweede jaargang. Die tweede, nu bijna een jaar geleden, staat me nog helder voor de geest. Ik had een klein pelotonnetje rijders van de Hogeschool IPABO op de been gebracht. Daar werk ik. Een intensieve wervingscampagne had mij het teleurstellende aantal van zegge en schrijve 7 Mitglieder opgeleverd. Gelukkig deden er nog zo’n 1600 andere deelnemers mee. Dat waren er minder dan het eerste jaar, maar het slechte weer speelde daarin dan ook een hoofdrol: het regende onophoudelijk. Zou de Dijk worden omzoomd door uiterwaarden: ze hadden tot recordhoogtes onder water gestaan!
Derde Grôte DaikBoekel
Mijn ploeg bleek echter uit een goed hout gesneden. Beroerde weersvooruitzichten hield ze niet thuis. Zelfs twee montere damescollega’s, in het bezit van fietsen waarmee je normaal de boodschappen doet, meldden zich bij de ploegleider voor de 130 kilometer. Onverzettelijk!
Jan Blokhuijsen (schaatser en ambassadeur van de Westfriese Omringdijk) had in alle vroegte een startschot gelost en zat binnen al aan een ontbijt toen wij aan de oostrand van Alkmaar aan de start verschenen. De temperatuur en de wind waren ons nog gunstig gezind, maar het regende al zachtjes. Het schot van Jan had de atmosfeer dermate ongunstig beïnvloed dat het weer voor de rest van de dag was verpest. Het zou een lange natte Boekel worden.
Monter reden we in slagorde naar de eerste stempelpost in Hoorn. Het ging in een beheerst tempo. We moesten immers onze snelheid aanpassen aan de collega’s die met weinig kilometers in de benen en op moeizaam rollend materiaal toch dapper op weg waren gegaan. Het sociale rijden werd in onze groep tot kunst verheven. Toen ik na Hoorn, Enkhuizen en Medemblik de troepen inspecteerde, terwijl de regen met bakken uit de lucht kwam, zag ik tot mijn tevredenheid dat de moraal desondanks uitstekend was. Iedereen had zich schijnbaar neergelegd bij het tempo en de nattigheid en ontspannen keuvelend passeerden wij zo de Wieringermeer.
Na Schagen moesten alle zeilen bijgezet. Op het meest spectaculaire dijktraject, waar het groene lichaam zich hoog en slingerend opricht uit het vlakke landschap, hadden wind en regen vrij spel. De sleet kwam er bij sommigen nu bovendien ongenadig op, zodat we in gesloten formatie, duwend en slepend, op weg naar Alkmaar moesten. De onverschrokken dames, wier kloekmoedigheid niet genoeg bewierookt kan worden, hielden de tocht bij het station Alkmaar Centraal voor gezien. Uitgeput. Doorweekt. De welverdiende medaille heb ik aan de meet voor ze opgehaald en een paar dagen later met enig vertoon op het werk omgehangen. Zo eindigde een zware dag toch met een gevoel van grote tevredenheid.
Een paar weken geleden werd ik juist door deze dames benaderd over de aankomende Derde Grôte DaikBoekel. “Gaan we weer?” Helaas moest ik ze teleurstellen. Mijn fiets is uitgerekend op deze dag op weg naar Italië (met mij, mijn gezin, en voor drie weken bagage). Ik raad de thuisblijvers aan de uitdaging wel aan te gaan:
De 3e Ronde van de Westfriese Omringdijk wordt dit jaar gehouden op zondag 14 juli. We verwachten schitterend weer!
Meer informatie op http://www.rondevandewestfrieseomringdijk.nl
- Ganzen: ze zijn er weer volop.
- Die brug moet er komen. Pleidooi 1