Er vormde zich een waddengebied zover het oog reikte. De eerste duinvorming vond plaats: wind en zee joegen langgerekte duinruggen op, lopend in zuidwest/noordoost richting. Zodra de eerste drogere ruggen waren gevormd, vestigden zich mensen in dit landschap. De ‘strandwallen’ zijn nu nog de ondergrond van het westelijk deel van Noord-Holland. Achter de strandwallen ontstond een moerassen- en krekengebied en vormde zich een uitgestrekt en dik pak Hoog- of Hollandveen.