'De Grote Molen' van de polder Schellinkhout is een zeer waarschijnlijk tussen 1603 en 1638 gebouwde achtkante binnenkruier. Met de inmiddels gesloopte "Kleine Molen" bemaalde hij de 650 ha. grote polder Schellinkhout door middel van een kolk en uitwateringssluis op de voormalige Zuiderzee. De ongeveer 750 m ten westen van het dorp aan de vroegere zeedijk gelegen molen is van grote landschappelijke betekenis. Nog eerder dan de Grote Molen was er een "Kleine Molen", waarvan de capaciteit al in het begin van de 17e eeuw onvoldoende moet zijn gebleken. Beide, oorspronkelijk met een scheprad uitgeruste molens, zijn in de vorige eeuw vervijzeld. In 1900 is naast 'De Grote Molen' een hulpgemaaltje geplaatst, bestaande uit een door een petroleummoter gedreven centrifugaalpomp. De capaciteit van dit gemaal werd in 1914 zodanig vergroot dat de beide windmolens buiten bedrijf konden worden gesteld. 'De Kleine Molen' is hierna in 1915 voor f 310,- voor afbraak verkocht.
De molenkolk en uitwateringssluis (1595) lijken bij de recente versterking van de Zuiderdijk het slachtoffer te zijn geworden van de veiligheidsnormen en zware werkzaamheden. De molenkolk wil men desondanks op de monumentenlijst plaatsen (2010).